Op een dag hoort st-pieter de bel van de hemelpoort,
wanneer hij deze opent, ziet hij nog juist een man weglopen,
hij schudt verwonderd het hoofd en sluit de poort terug.
Hij is nog maar tien stappen verder als hij de bel terug hoort,
hij opent de poort, en ziet nog net dezelfde kerel opnieuw weglopen,
hij sluit de poort op een kiertje en wacht af achter de hoek, na een paar tellen gaat de bel terug,
st-pieter trekt de poort open en kan nog net dezelfde kerel bij de arm grijpen,
op de vraag van st-pieter of hij met zijn voeten aan het spelen is antwoordt de man verward :
'ik kan er ook niet aan doen, ze zijn mij aan het reanimeren' |